'Ik geef jullie een nieuw gebod dat jullie elkaar liefhebben'

Maand: augustus 2015

Beeld

We leven in een beeldencultuur en beelden zijn hardnekkig.

Een aantal decennia geleden werd in sommige christelijke kringen de televisie in de ban gedaan omdat dit medium ‘de duivel in huis zou halen’, het zou gelovigen wegtrekken van God en hun aandacht verdelen. Uiteindelijk is televisie een niet weg te denken onderdeel geworden van de samenleving en daarmee ook de beelden die erover ons uitgestort worden. Beelden van schoonheid, geweld, informatie, entertainment en inderdaad veel ‘valse’ beelden. We worden gehersenspoeld met nieuwsflitsen over moord en doodslag maar daarmee is er nog geen einde aan gekomen. Het lijkt eerder of we eraan gewend zijn geraakt.

Zo is het ook met de beelden die we, al dan niet terecht, van elkaar hebben. Die vriend van je die altijd snel op de kast zit bij een bepaalde opmerking. Misschien is hij inmiddels veranderd maar bestaat nog altijd het beeld van hem dat ie snel ‘op zijn teentjes is getrapt’.

Of die vriendin die alle aandacht opeist en je doodmoe achterlaat na een gesprek waarin vooral zij centraal staat. Mogelijk is ze inmiddels tot inzicht gekomen dat ze minder egocentrisch moet zijn en meer moet openstaan voor de ander maar het beeld van ‘egotripper’ zal nog wel even aan haar blijven kleven …

En dan de beelden in de familie: de betuttelende moeder, de hardwerkende vader, de toegewijde zoon … Hokjes waarin we in de loop van ons leven ongemerkt terecht zijn gekomen en onbewust zijn we ons gaan gedragen naar dat beeld. De toegewijde zoon kan er weleens helemaal geen zin meer in hebben om altijd op te draven maar ja, hoe doorbreek je dat patroon? Die neef die vaak depressief leek, is uit zijn dip gegroeid maar menigeen ziet hem nog als de treurwilg van de familie. Of die nicht die kon toch niet leren? … Nu blijkt ze geslaagd voor haar bachelor.

En dan natuurlijk de beelden die hardnekkig positief zijn en niet blijken te kloppen: ‘Dat doet mijn zoon niet ‘(blijkt al een jaar te blowen) ‘Ik ken mijn man/vrouw door en door’ (gaat al een paar maanden op stap met de buurvrouw/man), ‘Hij is 100% betrouwbaar’ (doet af en toe een greep uit de kas) … Het is maar wat je wilt zien.

Het hebben van een beeld maakt het makkelijk om door te gaan op de voet waarop we al bezig waren. Iedereen heeft zijn plaats in de ‘orde der dingen’ in sommige samenlevingen zit je in een bepaald systeem zoals het communisme of in een kaste en daar kom je ‘nooit’ uit. Al ben je nog zo slim of onderlegd. Je blijft een paria omdat je wiegje op een andere plek stond. Ook onze maatschappij kent nog steeds klassen, al is het niet altijd even duidelijk, het is wel zo. En dan nog de hokjes van het geloof (in wie of wat dan ook), de politiek, het onderwijs …

In het boek Exodus (OT) kun je in de Tien Geboden of Tien Woorden lezen dat God niet wil dat we een beeld van Hem maken. Niet letterlijk door een afbeelding van bijvoorbeeld een dier wat hem zou voorstellen of als ‘een man met een baard in de hemel’. Maar ook figuurlijk kunnen we van God geen sluitend beeld maken.

Waarom zou het zijn dat God dit niet wil? Als we van Hem een beeld maken, dan maken we dat beeld naar onze eigen zin en voorstelling. We projecteren onszelf op dat beeld en maken daarmee God ‘hanteerbaar’. Als we dit niet doen, dan zal God altijd de Ontzagwekkende blijven die ons blijft verrassen en die wij niet kunnen manipuleren. Het element van verwondering en verstilling keert op die manier weer terug in ons leven … God is dichtbij maar we kunnen hem niet bezitten.

Misschien is het ook daarom dat we het ‘veilig’ vinden om van alles en iedereen een beeld te maken want als we dat niet zouden doen, dan zou dat betekenen dat je iedere keer opnieuw ‘kijkt’ naar iets of iemand, zonder vooroordeel. En als we durven het beeld van anderen los te laten, dan laten we ook het beeld van onszelf los, waardoor weer van alles mogelijk lijkt te worden. Een andere koers varen met jezelf en anderen, misschien wel een andere baan, emigreren, toch eens een praatje maken met die ‘rare’ collega … er komt weer ruimte in je leven. Laten we ff bij dat beeld stilstaan 🙂

Familie

‘Van je familie moet je het hebben, je kiest niet je familie maar wel je vrienden’…

Familie ligt gevoelig, we worden bijna allemaal in een familie geboren maar zijn daar niet altijd even blij mee. Je kan een leuke, betrokken en gezellige ‘van-de-gestampte-pot’ familie hebben of een (on)gelovige familie, uit een creatief of wetenschappelijk nest of een ondernemersgezin komen, het kan ook zijn dat je de uren telt dat je eindelijk uit huis kan. Of terugkijkt met een milde vorm van weerzin … er hangt een grauwsluier over je jeugd.

Of je wordt belast met een beladen familiegeschiedenis: die ‘gekke’ oom die voor de trein sprong en waar niemand over praat, het oorlogsverleden wat nog steeds niet verwerkt is en van generatie op generatie ‘overspringt’, een erfelijke ziekte, een zwijgende vader, een koopzieke moeder, een oppervlakkige dochter en een afwezige zoon. Families zijn er echt in alle soorten en maten en je hebt mazzel als je het met elkaar treft en elkaar niet de tent uitvecht, hetzij letterlijk dan wel figuurlijk.

Ook dit aspect is wat Jezus niet ongemoeid laat en waar ik dan ook vaak bij stilsta. Want om je heen zie je dat veel mensen binnen een familie elkaar onnodig gevangen houdt, alles is vanzelfsprekend geworden of hier nu wel of geen liefde aan ten grondslag ligt.
Een moeder die verwacht dat ze altijd de aandacht krijgt, ook al is iedereen druk om zijn eigen leven vorm te geven, als ma belt dan laat je alles uit je handen vallen. Eigenlijk is dat altijd zo geweest en het is nog steeds niet veranderd, maar niemand durft er tegenin te gaan. Die neef die altijd zijn hand ophoudt en ermee wegkomt. Die zwager die verwacht dat er bij iedere verbouwing een paar handjes meehelpen, ook als het echt even helemaal niet uitkomt. En dat zijn nog de ‘milde’ vormen van familieklitterij.

En dan de duistere familiekanten: alcoholisme, huiselijk geweld, incest, criminaliteit, een schuldenberg die niet betaald kan worden en kinderen die met lege magen naar school gaan of de dag beginnen met een energy drink.

Jezus rekent in een keer af met ‘familie’. Dat is best shocking. Loop je jezelf soms af te vragen of je wel een goede (schoon) dochter bent en dan valt je oog opeens op de volgende passage in Lucas 8:19-21 uit de BGT: De moeder en de broers van Jezus kwamen naar hem toe. Maar omdat er zo veel mensen waren, konden ze niet bij Jezus in de buurt komen. Toen zeiden de mensen tegen Jezus: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen met u spreken.’ Maar Jezus zie tegen de mensen: ‘Mijn moeder en mijn broers? Die staan hier! Want iedereen die luistert naar het nieuws over God en die doet wat God wil, is mijn moeder en mijn broer.”

Jezus liet zijn familie dus gewoon wachten. Ze hadden geen VIP status. In een andere passage (Marcus 3:21) kan je ook lezen dat zijn familie zelfs even heeft getwijfeld aan zijn gezond verstand … pijnlijk.

Toch is het goed gekomen met Jezus en zijn familie. Maria, zijn moeder, komt o.a. in beeld bij zijn kruisiging, waarbij Jezus er zelfs voor zorgt dat ze in plaats van hem een nieuwe ‘zoon’ krijgt die vanaf dan voor haar zal zorgen, Johannes een van de volgelingen. Zijn broer, Jacobus, leidde de gemeente in Jeruzalem en heeft een prachtige brief nagelaten die we kunnen lezen in het Nieuwe Testament.

Het nuanceverschil is dat Jezus niet zijn moeder naliep noch zijn broer(s) maar dat zij hem volgden omdat hij een boodschap uitdroeg die ze op een gegeven moment op waarde wisten te schatten. Een die bloedbanden overstijgt en juist mensen de kans geeft te beginnen met een schone lei, met of zonder familie maar zeker met een nieuwe familie!

Vijanden II

Gisteren heb ik een stuk geschreven over onze vermeende ‘vijanden’
en hoe Jezus ons opdraagt hiermee om te gaan. En dat is behoorlijk confronterend …
De afgelopen nacht hield dit mij nog steeds bezig en ben ik
een mentale ‘reis’ gaan maken door mijn leven en ben ik iedereen ‘afgegaan’
waar ik mogelijk nog geen vergeving of geen bewuste vergeving aan heb gegeven.

Dat was een interessante oefening, via mijn jeugd naar mijn
puberjaren en zo door naar de volwassenheid. Schooljaren, vrienden, oude
liefdes, (schoon) familie, studies, vakanties, reizen, werkgevers, collega’s, allerlei situaties en omstandigheden, de kerk, alles waar mijn geest maar
bleef ‘haken’ en waarvan ik dacht: ‘Oh ja, dat ook nog!’ Liet ik bewust los.

Het was een vermoeiende exercitie want je leven bewust
nalopen, vraagt heel veel aandacht. Je moet stilstaan bij alles waar nog een
restje pijn of verdriet dan wel verwijt zit, je kunt geen censuur plegen, tenminste niet als je er een keer vanaf wil. Het kan heel subtiel liggen. En soms komt er iets bovendrijven waarvan je denkt: ‘OK, dat was ik helemaal vergeten!’ maar de pijn is nog wel een tikkeltje voelbaar, het schuurt nog een beetje.

We denken bij het vergeven van anderen vaak aan de ‘grote’ dingen: een echtscheiding, een ontslag, een jarenlange familievete. Maar wat dacht je van die keer dat je boos was op die schraperige garagehouder van wie je overtuigd was dat die je oplichtte of die buurvrouw die altijd met argusogen lijkt te kijken naar wat je
nu weer aanhebt, of die vriendin die maar blijft opscheppen over hoe geweldig
haar leven is terwijl jij beteuterd in je kopje roert en bedenkt dat jouw leven
maar bleekjes bij het hare afsteekt. Allemaal kleine plaagstootjes die ons hart langzaam maar zeker kan doen veranderen in een onneembare vesting of een ijsklomp.

Na mijn mentale reis viel ik heerlijk in slaap. Ik wist dat
ik nog wel wat ‘af te werken’ heb maar dat komt wel de volgende keer. Het
voelde als een catharsis, een bevrijding. Ik bedacht me dat we de sleutels van
het Koninkrijk van God in handen hebben gekregen, maar dan moeten we wel bereid zijn om alle sloten in ons leven te ontsluiten, zodat er inderdaad sprake kan
zijn van een nieuw begin.

 

Vijanden

Ik lees graag het boek Lucas uit het Nieuwe Testament. Ook hij gaat in op de handel en wandel van Jezus. Ik vind het boek mooi en een goede kijk geven op de verschillende aspecten van Jezus. Het is concreet.

Wat me altijd weer verbaast en stilzet is de directheid van de leer van Jezus. Heel vaak zie je dat er in de kerk op de brieven van Paulus wordt ingegaan over de gebruiken in de eerste gemeenten na het leven van Jezus, maar veel te weinig wordt er dieper ingegaan op wat Jezus zelf heeft geleerd en gezegd. Ik begrijp steeds beter waarom; het is erg pittig. Liever aanbidden mensen de Jezus die gekruisigd is en opgestaan (wat hij ons nooit heeft opgedragen!).

Jezus roept ons op te bidden voor onze vijanden. Deze passage staat in Lucas 6:27-28 uit de Bijbel in Gewone Taal “Je moet van je vijanden houden. Wees goed voor de mensen die je haten. Spreek met respect over de mensen die je uitschelden. Bid voor de mensen die je slecht behandelen.” En zo gaat Jezus nog wel even door tot aan vers 35 …

Je kunt niet meer met Jezus in discussie treden, hij is er niet meer … daarom kan het ook niet anders dat er 1001 kerken zijn met uiteenlopende accenten in de ‘leer’. De leraar is weg, dus de leer wordt op talloze manieren geïnterpreteerd.

Toch laat deze passage geen ruimte voor interpretatie. Als mensen opwerpen ‘Ja dat was in Zijn tijd en het gaat erover dat de joden zich niet moesten verzetten tegen de Romeinen blabla … dan denk ik, ‘OK, als je zo gaat redeneren dan kan je alles wat Jezus zei, wel een draai geven.’

Jezus is zelf namelijk niet specifiek over ‘die vijand’, hij lijkt het te hebben over ‘alle’ vijanden. Zijn gehoor was niet altijd super intellectueel, dus hij moest concreet zijn.

Wie zou een vijand kunnen zijn? Een zak van een buurman die misschien te harde muziek draait, een onuitstaanbare (schoon)moeder, een vriendin met wie je al even niet meer ‘on speaking terms’ bent, die kerkleden waarvan je zeker weet dat ze achter je rug praten, die persoon die jou heel lang geleden diep heeft beledigd door te zeggen dat je wel wat meer op je lijn kan letten, die neef die zijn handen niet kon thuis laten, die baas die jou je zuurverdiende salaris niet op tijd uitbetaalde …. en dan misschien de vijanden van een andere categorie: de persoon die jouw hond of kind doodreed, je heeft aangerand, in elkaar geslagen …

De lijst met ‘vijanden’ is oneindig! We zijn het onszelf niet eens bewust, en er komen er iedere dag wel bij en soms gaat er wel eens eentje vanaf. Maak nu voor de ‘gein’ eens jouw mentale lijstje met ‘vijanden’, neem er even de tijd voor …. OK en voor wie bid je? En over wie praat je niet meer negatief? En wie heb je van harte vergeven? Moeilijk hè? Toch is het wat Jezus ons wel opdraagt te doen ….

En waarom? Waarom zou je een kolerelijer die jouw leven zuur heeft gemaakt in hemelsnaam vergeven?

Als we kijken naar het offer wat Jezus uiteindelijk zelf bracht door aan het kruis te gaan dan wordt het al iets begrijpelijker. Het was een enorme taak, onvoorstelbaar. Hij deed dit om ‘alle’ mensen met God te verzoenen. Hij was het offerlam waardoor iedereen die in Hem gelooft, vrij kan gaan naar de Vader en een nieuw leven mag beginnen, vergeven is van zijn zonden, zich mag koesteren in genade en liefde. Jezus gaf daarbij niet aan dat hij alleen maar aan het kruis wilde gaan voor een specifieke groep … In principe ging hij aan het kruis voor iedereen …

Een ander aspect van het koesteren van vijandschap is dat we er zelf vaak niet beter van worden. Als we blijven mokken of erger, ‘haten’ dan zal dat alles in ons leven kapot maken. Ons levensplezier, ons geluk en je krijgt er ook geen fijne uitstraling van. Mensen die bitter zijn geworden, zijn echte zuurpruimen. Die kun je niet meer ‘eten’, de smaak is niet lekker meer.

God wil dat we gelukkig zijn, niet op een goedkope manier maar op een wijze die strookt met onze diepe behoefte aan menselijke relaties, aan verbinding. Natuurlijk raakt die verbinding vaak genoeg verstoord en we hoeven ook niet net te doen alsof dat niet zo is. Een keer flink ruzie maken is niet erg, wel als je erin blijft. We hoeven ook geen schijnheiltjes te worden die alles wegredeneren of de andere kant opkijken … Wat krom is blijft krom … wat slecht is, blijft slecht.

Toch wil Jezus dat we een begin maken met het vergeven van onze vijanden. En ik denk dat met het vergeven van onze vijanden, we ook onszelf vergeven want laten we nu eerlijk zijn; van wie zijn wij zelf niet een vijand? Op die manier wordt de cirkel rond. Kan het proces van heling en genezing van wonden beginnen. Mogelijk zullen we bepaalde mensen nooit openlijk kunnen vergeven maar misschien door voor hen te bidden, kan er ruimte ontstaan in ons hart om de pijn die ons is aangedaan los te laten en onszelf een nieuwe kans te gunnen op voluit leven.

 

Hemel en Hel II

Als gelovige kan je er niet omheen: de hemel en hel. Het is geen populair onderwerp, eigenlijk willen we het niet te veel bespreken maar als je het Evangelie leest, dan spreekt Jezus hier heel regelmatig over (zie ook Lucas 16:19-31). Het komt niet over als ‘beeldspraak’ maar als een realistische toestand waar we zelf mede verantwoordelijk voor zijn.

En zeg nu zelf; als hemel en hel zo manifest zijn op aarde (liefde, gezondheid, welvaart, blijdschap, vrede maar ook oorlog, dierenleed, honger, ziekte …) dan zal deze toestand zich niet opeens ‘opheffen’ na de lichamelijke dood, we zullen daar naartoe gaan waar we tijdens het leven ook het meest op gericht en medeverantwoordelijk voor waren …
Tenzij je hardnekkig gelooft dat er na de dood ‘niets’ meer is. Behalve leegte.

Deze vakantie stuitte ik op een Quest (nummer sept. 2012) in dit blad stond een artikel over opvattingen rond hemel en hel.

“De psycholoog, Azim Shariff van de Universiteit van Oregon heeft de geloofsgegevens van 140.000 mensen uit 67 landen bestudeerd en de criminaliteitscijfers van diezelfde landen. Hieruit bleek dat in landen waar meer mensen geloven in de hemel dan in de hel, hogere misdaadcijfers vertonen dan in landen waar het geloof in zowel hemel als hel ongeveer gelijk zijn.

Shariff speculeert dat mensen die alleen in de hemel geloven hun God een meer vergevingsgezind karakter toeschrijven, dan mensen die denken dat er ook een hel bestaat. Hemelgelovers denken volgens hem eerder met onethisch gedrag weg te komen terwijl mensen die ook in een hel geloven zich netter gedragen om later ‘niet op zijn donder te krijgen van God’.” (zie ook mijn eerdere stukje over hemel en hel).

 

Zondaarsgebed

Dit onderstaande gebed kan je bidden als je echt
verder wilt met God en genoeg hebt van je eigen ‘trukendoos’. Als je dit vanuit
het diepst van je wezen gebeden hebt, ga je dan geen zorgen maken …

Als je God in je hart hebt toegelaten en daar alle ruimte geeft, dan is zijn
werk in jou begonnen. Een levenslang werk van schuren en schaven, tot een mooie
glinsterende diamant die zijn liefde reflecteert in jouw leven en dat van
anderen.

Het is niet altijd eenvoudig maar het is een weg die je helpt om tot bloei te komen
als mens. Je mag rusten in zijn armen. Ontspan en laat zijn Geest, jou de weg
wijzen.

Bid dagelijks en lees een stukje uit de Bijbel (begin met Nieuwe testament) als je
een kerk in de buurt hebt, ga dan eens langs op zondag. Het kan zijn dat je
daar je nieuwe ‘familie’ ontmoet. Mensen die net als jij, God de eerste plaats
gunnen in hun leven.

Here God,
Vader in de hemel.

Ik ken u niet zo goed en
Ik wil U toelaten in mijn leven.

Vergeef mijn zonden *(*verkeerde beslissingen die je leven hebben ontwricht) in de naam van Jezus. Bevrijd mij ervan door het kostbaar bloed van Jezus.
En vul mij met Uw Heilige Geest.

Vul mij met Uw liefde
Met Uw kracht.
Met Uw vrede.
Met Uw blijdschap.
Ik wil Uw kind zijn.
Wees mijn Vader.
Voor altijd.
Ik kies ervoor U te volgen. Naar uw stem te luisteren en te gehoorzamen.
In Jezus naam.
Amen.

* Laat je na dit gebed, dopen, wacht niet onnodig. Ga naar een kerk waar je je thuis voelt en als je een integere gelovige kent, kan die jou ook dopen. Daarna kan je door het evangelie te lezen, te bidden en te vertrouwen op God, Jezus, de heilige Geest, je nieuwe leven verder tot bloei laten komen. Een kerk kan daarbij helpen en vriendschap met gelovige mensen ook.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén