Jezus waarschuwt ervoor om niet te makkelijk te oordelen want de maat waarmee je meet, daarmee zal je zelf gemeten worden. (NT: Marcus 4:23-25)
Oordelen of niet oordelen is een discussie die al eeuwenlang en wereldwijd wordt gevoerd. Dat we vaak te snel of te makkelijk oordelen is een feit maar helaas baseren we ons oordeel niet altijd op feiten en vervallen daarom makkelijk in het plaatsen van iets of iemand in een hokje en kom daar maar weer eens uit!
Hieronder een kort verhaal waarin het snel oordelen heel treffend naar voren komt …
Een boer had een prachtig paard, dat hij nooit had willen verkopen. Op een dag was het paard verdwenen uit de stal. ‘Wat een ongeluk!’ riepen de dorpelingen in koor. ‘Wat vreselijk voor je dat je je paard kwijt bent! Had je het nou maar verkocht!’
‘Ach,’ zei de boer, ‘of het slecht is, weet ik niet. Ik weet alleen dat het paard uit de stal verdwenen is.’ Een week later kwam het paard terug, en het bracht vijftien wilde paarden met zich mee. ‘Wat een geluk!’ riepen de dorpelingen. ‘Wat fijn voor je dat je zoveel paarden hebt!’
‘Ik weet niet of het goed is’, antwoordde de boer. ‘Ik weet alleen dat ik nu zestien paarden heb.’ De zoon van de boer probeerde de wilde paarden te temmen. Hij werd uit het zadel geworpen en brak beide benen. ‘Wat ellendig voor je!’ reageerde het dorp. ‘Nu is je zoon geblesseerd, misschien blijft hij wel altijd kreupel!’
‘Oordeel toch niet zo snel’, zei de boer. ‘Laten we vaststellen dat mijn zoon zijn benen heeft gebroken. Of dat een ongeluk is of een zegen, weet niemand.’ Een paar weken later moesten alle jongemannen in dienst. De keizer beraamde een veldslag. Iedereen wist dat hij zou verliezen en dat de meeste soldaten zouden omkomen.
De zoon van de boer kon niet meevechten, vanwege zijn gebroken benen. De dorpelingen feliciteerden de boer: ‘Wat een geluk dat jij je zoon nog hebt!’ Maar hij zei weer: ‘Niemand weet of het goed is of slecht dat mijn zoon niet mee hoeft te vechten. Niemand kent het hele verhaal. We zien alleen fragmenten. Oordeel toch niet.’
Er zit verder geen clou in het verhaal; de clou is dat de dorpelingen telkens ongelijk bleken te hebben. De boer die niet klaar stond met een overhaast oordeel, was wijs.’