Er was eens een jongeman die in het uiterste noorden woonde en daar werkte bij het bedrijf van zijn vader. Op een dag had de jongen genoeg van het leven in het afgelegen noorden en vroeg zijn vader om hem alvast een deel van zijn erfenis te schenken. De vader van de jongen stemde in en gaf hem een deel van zijn erfenis.

De jongen verhuisde naar Amsterdam en kwam in allerlei gelegenheden waar hij nog niet eerder was geweest: coffeeshops, nachtclubs, allerlei feesten en afterparty’s …
Hij ging af en toe naar de rosse buurt om zich te vermaken met een prostituee en hij vond het leuk om met zijn los-vaste vriendin naar de stad te gaan en haar te verwennen met dure cadeaus. Op een dag kwam hij erachter dat zijn geld op was. Hij had nog net twintig euro om een paar dagen mee rond te komen en toen was het op.

Het prijzige appartement wat hij had gehuurd moest hij opzeggen, zijn vriendin was opeens verdwenen en de feesten leken niet meer dan een vage herinnering. Hij moest weer aan de bak en het was crisis. Hij accepteerde een baan als afwasser in een restaurant waar hij voor 30 euro per dag bergen afwas stond af te spoelen in een bedompte en benauwde spoelkeuken met als enig uitzicht een vettige tegeltjeswand.

Toen dacht hij aan zijn pa … die had een eigen bedrijf en daar zou hij veel beter af zijn. Hij deed zijn vieze afwashort af en pakte zijn plunjezak met kleding. Van zijn zuurverdiende euro’s kocht hij een treinkaartje en ging weer naar het noorden, naar zijn roots. In de trein voelde hij hoop en vertwijfeling: wat was hij een zak geweest …

Toen hij bij de woning van zijn ouders aankwam, wilde hij snel weer omkeren want hij schaamde zich dood. Maar zijn vader had hem al vanuit de verte zien aankomen en kwam hem tegemoet. Hij had tranen in zijn ogen en sloot zijn zoon in zijn armen. Die avond organiseerde hij een feest want de zoon die hij had verloren … had hij weer gevonden.
(Dit is een eigentijdse vertelling naar Lucas 15:11-32 uit het Nieuwe Testament).

De verloren zoon gaat over hoe God omgaat met mensen die zich afkeren van een weg die naar ‘de ondergang’ leidt en terugkeren naar ‘huis’, de liefde en genade van God.

Vaak denken we dat het dan vooral gaat over mensen die afgegleden zijn in drank of drugs, moord en doodslag, de extreme zelfkant van het leven. Maar de verloren zoon gaat ook over de mens die denkt het zonder God wel te redden en zijn huis bouwt op los zand.
Zo bekeken zijn er heel veel verloren zonen en dochters …

De verloren zoon is een van de mooiste verhalen uit de Bijbel omdat het illustreert hoe groot het Vaderhart van God is en dat hij ernaar verlangt dat geen ziel verloren gaat of verdwaald in een wereld vol valse schijn en illusies.