'Ik geef jullie een nieuw gebod dat jullie elkaar liefhebben'

Maand: maart 2013

Hemel en Hel of …?

Er was eens een rijke man die zich alles kon permitteren: mooie en dure kleding, heerlijk eten, een groot en comfortabel huis van alle gemakken voorzien.
Hij leefde onbezorgd en werd door zijn vrienden bewonderd. Hij had het goed voor elkaar …

Iedere dag als hij de afrit van zijn huis verliet, zag hij daar een arme zwerver, Lazarus die strekte dan zijn handen naar hem uit voor wat geld of eten. Hij keek de rijke man dan aan met een gekwelde of hongerige blik soms sloeg hij zijn ogen neer omdat hij zich schaamde. Maar de rijke man negeerde hem altijd, “Ga maar werken voor je geld …”.

Op een dag stierf de zwerver en werd door de engelen naar de hemel gedragen, naar de schoot van Abraham (Abraham is de aartsvader van de joden). Eindelijk ervoer zijn ziel rust en vrede.

Ook de rijke man stierf en werd met veel vertoon begraven.
In het dodenrijk gekomen sloeg hij gekweld van de pijn zijn ogen op en zag de arme zwerver in de hemel, gedragen door Abraham.

De rijke riep naar Abraham: ‘Wilt u alstublieft ervoor zorgen dat de zwerver Lazarus mijn lippen wat nat kan maken, want ik heb zo’n dorst!’
Maar Abraham antwoordde: “Kind jij hebt het op aarde altijd goed gehad en Lazarus altijd slecht, nu wordt hij hier getroost en lijd jij pijn. Bovendien gaapt er een diepe kloof tussen jou en ons, niemand kan oversteken al zou die het willen.”

Toen zei de rijke man: “Wilt u dan iemand naar mijn vijf broers sturen om hen te waarschuwen zodat zij niet als ik eindigen in dit oord van pijn?”

Abraham antwoordde:” Ze hebben Mozes en de Profeten (Tenach=Oude Testament) daar moeten ze naar luisteren.”
Maar de rijke antwoordde: “Nee, Vader Abraham als iemand van de doden naar ze toekomt, dan zullen ze zich pas bekeren (= je leven beteren/kiezen voor een leven waar niet jij maar God centraal staat).”

Maar Abraham antwoordde: “Als ze niet naar Mozes en de Profeten luisteren, dan zullen ze zich ook niet laten overtuigen door iemand die uit de doden opstaat.”
(Uit het Nieuwe Testament, Lucas:16:19-31)

Veel mensen willen niet aan het idee dat er een hel bestaat. Mensen willen allemaal naar de hemel (als ze erin geloven) maar de de hel … dat is toch middeleeuws? Terwijl als je om je heenkijkt, de hemel en hel al zichtbaar zijn op aarde: er is liefde en vrede maar ook haat en nijd. Zal dit na de dood opeens anders zijn?

Misschien kun je je iets voorstellen bij dit voorbeeld: een man sterft nadat hij tegen een boom is gereden, hij leefde alleen voor zichzelf en zijn eigen behoeftes. Relaties met andere mensen zag hij vooral als ‘handig’ of om zijn eigen wensen bevestigd te zien. Waar zal deze man na zijn dood naartoe gaan? Toch zeker naar die plek waar hij al tijdens zijn leven mee bezig was? Een plaats zonder God, want die wilde hij ook tijdens zijn leven op aarde niet kennen … Maar stel je voor dat diezelfde man op het moment van zijn sterven aan God denkt en het uitroept naar Hem … dan is Zijn genade groot.

Jezus zei toen hij stervende was aan het kruis tegen de misdadiger die naast hem hing en berouw toonde: “Heden ben je met mij in het paradijs.” De misdadiger had misschien nergens voor gedeugd tijdens zijn leven maar toen hij berouw kreeg en erkende dat hij God nodig had toen herkreeg hij zijn waarde als mens. Niet door zijn best te doen, want daarvoor was het te laat … niet door zich te beroemen op zijn status en grote daden, want die had hij waarschijnlijk niet, maar door zich over te geven aan de Heer, hervond hij zijn eigenlijke bestemming. Wauw, daar word ik stil van.

Er zijn genoeg kerken en hedendaagse dominees/voorgangers die vaak met een boog om het vraagstuk hel heen gaan, omdat het gewoon geen leuk onderwerp is of om niet voor ‘onverdraagzaam’ dan wel ouderwets versleten te worden. Deze kerken schetsen God alleen als liefde maar vergeten zijn rechtvaardigheid. Maar Jezus spreekt vaak over de hel.

Wie gaat er wel en wie gaat er niet naar de hel? Dat weet uiteindelijk niemand, alleen God. In het boek Openbaring 21:8 wordt overigens wel een tipje van de sluier opgelicht.

Het bijzondere is dat God niet wil dat wij naar de hel gaan maar dat we behouden blijven door naar hem terug te keren en zijn zoon Jezus te erkennen als redder van ons leven. Die zoon stierf voor onze zonden aan het kruis op Golgotha in Jeruzalem. Daar overwon hij de hel. En opende voor ons de deur naar de hemel.
Gaan mensen die niet geloven in Jezus dan naar de hel? Jezus zegt dat wie niet tegen hem is, voor hem is … (Marcus 9:40 en Lucas 9:50).

Uiteindelijk vellen we zelf het oordeel over onszelf en ons leven en waar we na onze dood naartoe gaan. Dat doen we door de keuzes die we hier op aarde maken, daar heeft God niets mee te maken tenzij we hem daar bewust bij betrekken, ons hebben overgegeven aan zijn leiding. Wat Hij wil is dat onze keuzes zodanig zijn dat we niet naar de hel maar naar de hemel gaan … Hij wacht op ons met open armen.

De verloren zoon

Er was eens een jongeman die in het uiterste noorden woonde en daar werkte bij het bedrijf van zijn vader. Op een dag had de jongen genoeg van het leven in het afgelegen noorden en vroeg zijn vader om hem alvast een deel van zijn erfenis te schenken. De vader van de jongen stemde in en gaf hem een deel van zijn erfenis.

De jongen verhuisde naar Amsterdam en kwam in allerlei gelegenheden waar hij nog niet eerder was geweest: coffeeshops, nachtclubs, allerlei feesten en afterparty’s …
Hij ging af en toe naar de rosse buurt om zich te vermaken met een prostituee en hij vond het leuk om met zijn los-vaste vriendin naar de stad te gaan en haar te verwennen met dure cadeaus. Op een dag kwam hij erachter dat zijn geld op was. Hij had nog net twintig euro om een paar dagen mee rond te komen en toen was het op.

Het prijzige appartement wat hij had gehuurd moest hij opzeggen, zijn vriendin was opeens verdwenen en de feesten leken niet meer dan een vage herinnering. Hij moest weer aan de bak en het was crisis. Hij accepteerde een baan als afwasser in een restaurant waar hij voor 30 euro per dag bergen afwas stond af te spoelen in een bedompte en benauwde spoelkeuken met als enig uitzicht een vettige tegeltjeswand.

Toen dacht hij aan zijn pa … die had een eigen bedrijf en daar zou hij veel beter af zijn. Hij deed zijn vieze afwashort af en pakte zijn plunjezak met kleding. Van zijn zuurverdiende euro’s kocht hij een treinkaartje en ging weer naar het noorden, naar zijn roots. In de trein voelde hij hoop en vertwijfeling: wat was hij een zak geweest …

Toen hij bij de woning van zijn ouders aankwam, wilde hij snel weer omkeren want hij schaamde zich dood. Maar zijn vader had hem al vanuit de verte zien aankomen en kwam hem tegemoet. Hij had tranen in zijn ogen en sloot zijn zoon in zijn armen. Die avond organiseerde hij een feest want de zoon die hij had verloren … had hij weer gevonden.
(Dit is een eigentijdse vertelling naar Lucas 15:11-32 uit het Nieuwe Testament).

De verloren zoon gaat over hoe God omgaat met mensen die zich afkeren van een weg die naar ‘de ondergang’ leidt en terugkeren naar ‘huis’, de liefde en genade van God.

Vaak denken we dat het dan vooral gaat over mensen die afgegleden zijn in drank of drugs, moord en doodslag, de extreme zelfkant van het leven. Maar de verloren zoon gaat ook over de mens die denkt het zonder God wel te redden en zijn huis bouwt op los zand.
Zo bekeken zijn er heel veel verloren zonen en dochters …

De verloren zoon is een van de mooiste verhalen uit de Bijbel omdat het illustreert hoe groot het Vaderhart van God is en dat hij ernaar verlangt dat geen ziel verloren gaat of verdwaald in een wereld vol valse schijn en illusies.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén