Toen Jezus zijn werk begon, riep hij zijn apostelen. Het waren eenvoudige en hardwerkende mensen, vissers.
Jezus zei toen hij ze tegemoet liep: “Kom achter mij aan, en ik zal jullie vissers van mensen maken.”
Simon (later Petrus) en Andreas en ook Zebedeus en Johannes, lieten hun netten en boot achter en gingen met Jezus mee.
Dit is een enorme stap die ze zomaar zetten, ze gaan niet met hem in discussie over hun inkomsten, hun werktijden en dat ze eigenlijk toe zijn aan de volgende maaltijd. Evenmin geven ze aan dat ze eerst met hun familie moeten overleggen of ze wel met Jezus mee kunnen gaan.
Ze gaan gewoon mee en worden de ‘inner circle’ rond Jezus. Mannen, in totaal 12 die hij onderricht geeft en vertrouwt en later voegen zich daar vrouwen bij zoals de bekende Maria uit Magdala.
Ze trekken met hem rond en zijn getuigen van zijn leer, genezingen en wonderen en worden ook zelf toegerust om te genezen en wonderen te doen. Om mensen voor het koninkrijk te winnen. En te laten zien dat God een levende God is en omziet naar zijn schepping. Onder de mensen is.
In deze tijd kan je veilig naar een kerk gaan (tenminste in het Westen) en kan je wekenlang en misschien wel jarenlang naar preken over Jezus luisteren. Je kan nog eens nadenken bij een kop koffie of je je wel bekeren wil, of toch liever je eigen ding blijft doen …
Hoe anders ging het bij de apostelen en eerlijk is eerlijk: zij waren bij Hem, stonden in contact met hem en konden in alles delen. Toch was hun weg niet makkelijk: er was ook veel weerstand onder mensen tegen Jezus en zijn leer en uiteindelijk zijn alle apostelen, op Johannes na, en veel volgelingen, net als hun meester, vervolgd …
Toch kozen deze mensen en velen met hen en na hen om Jezus te volgen omdat de prijs die ervoor betaald moest worden niet opwoog tegen de beloning: bevrijding en vrede misschien niet altijd uiterlijk maar wel innerlijk.
Geef een antwoord
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.